Skip to the main content

  • Vind het antwoord op uw vragen

    Veelgestelde vragen

    Begin september 2024 heeft het programma Met Spoed Beschikbaar een herstart gemaakt om de implementatie van de Richtlijn Gegevensuitwisseling acute zorg een boost te geven. Organisaties die met hun ketenpartners aan de slag willen gaan met digitale gegevensuitwisseling kunnen terecht op deze website. Bent u nog niet gestart? Zet dan vandaag nog de eerste stap en maak de zorg voor uw spoedpatiënten sneller en efficiënter door digitale gegevensuitwisseling. 

    Heeft u vragen? Neem dan contact op met metspoedbeschikbaar@ictu.nl.

    Algemeen

    De Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) heeft als doel om de zorg te verbeteren door goede en veilige gegevensuitwisseling waardoor zorgverleners op het juiste moment te laten beschikken over de juiste informatie over hun patiënt of cliënt, waarbij bepaalde gegevensuitwisselingen verplicht elektronisch en volgens bepaalde standaarden en normen plaatsvinden. Daarnaast kunnen er eisen gesteld worden aan elektronische gegevensuitwisseling richting de PGO’s.
    De Wegiz acute zorg is in het IZA opgenomen als 5e geprioriteerde gegevensuitwisseling. Op dit moment staat de Wegiz Acute Zorg on hold. Er is besloten om de focus nu eerst te leggen op voorbereidende activiteiten en implementatie van de Richtlijn Gegevensuitwisseling Acute Zorg via het Programma Met spoed beschikbaar 2.0.

    Op een later moment zal besluitvorming plaatsvinden over het norm- en AMVB-traject. In deze besluitvorming zullen ook de uitkomsten van de impactanalyse van de European Heath Data Space (EHDS) op de Wegiz worden meegenomen. Op 14 maart 2024 is er een voorlopig politiek akkoord gesloten over de EHDS. De EHDS leidt er o.a. toe dat bepaalde prioritaire gezondheidsgegevens verplicht beschikbaar gesteld moeten worden voor andere zorgprofessionals, waaronder een zeer groot deel van de gegevens die ook opgenomen zijn in de spoed- en waarneemsamenvatting. Dit betekent dat burgers daarvoor niet langer eerst toestemming moeten geven. Burgers krijgen wel het recht de toegang tot de gegevens te beperken. Lidstaten krijgen aanvullend de ruimte om burgers ook een recht op opt-out te geven. De verwachting is dat de EHDS eind 2024 definitief wordt bekrachtigd en vier jaar later (dus ongeveer eind 2028) in werking zal treden. Op dit moment wordt door het ministerie van VWS een analyse uitgevoerd naar de impact van de EHDS op de Wegiz en de Wet op het Gezondheidszorg Autorisatiebesluit Zorgaanbieders (Wogaz), het wetsvoorstel rondom de opt-out, dat deels overlap heeft met de EHDS.

     

    Het programma Met spoed beschikbaar helpt zorgverleners in de spoedzorg met digitale uitwisseling van gegevens. In de Richtlijn Gegevensuitwisseling acute zorg staat welke informatie, door wie, op welk moment uitgewisseld moet worden om spoedzorg voor patiënten te ondersteunen.

    Als iemand met spoed zorg nodig heeft, is het belangrijk dat hij of zij snel de juiste zorg krijgt. Om de juiste zorg te verlenen, is het voor de betrokken zorgaanbieders belangrijk om te weten wat de medische voorgeschiedenis is van de patiënt en in welke situatie de patiënt zich bevindt. Zorgverleners beschikken op dit moment echter vaak niet snel en goed genoeg over:

    • De medische voorgeschiedenis van de patiënt zoals allergieën, chronische ziektes, medicijngebruik, recent ontvangen spoedzorg, de behandeling die is gestart in de ambulance of de bevindingen in de triage van de huisartsenpost of meldkamer.
    • Informatie over de situatie waarin de patiënt zich op het moment van de spoedsituatie bevindt.
    • Terugkoppeling over de verleende zorg. Denk aan feedback van de spoedeisende hulp naar de ambulancezorg voor kwaliteitsverbetering in het proces. Of de terugkoppeling van de betrokken zorgverleners naar de huisarts, zodat deze weet wat met zijn of haar patiënt is gebeurd.

    Doorstart van het programma

    Het programma Met spoed beschikbaar heeft tot 1 juli 2023 de spoedzorg drie jaar lang ondersteund met het implementeren van de richtlijn. In het voorjaar van 2024 heeft ICTU samen met Nictiz, VZVZ, koepelorganisaties in de spoedzorgketen, Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het ministerie van VWS een plan van aanpak gemaakt voor de verdere implementatie van de richtlijn: Met spoed beschikbaar 2.0 (werktitel), dat in september 2024 een herstart heeft gemaakt. Zo willen we de implementatie van de richtlijn een boost te geven met de inzet van een hernieuwd implementatieteam. Om de implementatie te laten slagen en alle organisaties ermee te laten werken, is het belangrijk dat partijen verbonden worden en is er gerichte aandacht en ondersteuning nodig voor zowel werkafspraken en -processen als technieken. 

    Met als doelen: 

    • betere gezondheidsuitkomsten;

    • efficiënter en sneller (keten)zorgproces;

    • meer werkplezier voor zorgverleners;

    • kwaliteitsverbetering van het zorgproces.

     

    Afspraken in de spoedzorgketen

    De landelijke branche- en beroepsorganisaties van de spoedzorgaanbieders hebben afgesproken dat de gegevensuitwisseling tussen deze partijen in Nederland gerealiseerd moet worden volgens de Richtlijn acute zorg. Hierin staat welke informatie, door wie, op welk moment uitgewisseld moet worden om spoedzorg voor patiënten te ondersteunen.

    Nog niet al die informatie wordt momenteel digitaal met elkaar uitgewisseld, terwijl er urgente behoefte aan is.

    Versnelde implementatie van de Richtlijn

    Om verdere versnelling aan te brengen in de implementatie van de Richtlijn werkt ICTU samen met de landelijke branche- en beroepsorganisaties van de betrokken spoedzorgaanbieders, het ministerie van VWS,Zorgverzekeraars Nederland, Patiëntenfederatie Nederland, VZVZ en Nictiz  samen in het programma Met spoed beschikbaar.

    Met als doelen: 

    • betere gezondheidsuitkomsten;

    • efficiënter en sneller (keten)zorgproces;

    • meer werkplezier voor zorgverleners;

    • kwaliteitsverbetering van het zorgproces.

     

    Met het programma werken we aan:

    • betere gezondheidsuitkomsten voor de patiënt;
    • efficiënter en sneller (keten)zorgproces (minder administratie);
    • meer werkplezier voor zorgverleners;
    • kwaliteitsverbetering van het zorgproces.

    Om verdere versnelling aan te brengen in de implementatie van de Richtlijn werken ICTU samen met de landelijke branche- en beroepsorganisaties van de betrokken spoedzorgaanbieders, het ministerie van VWS,Zorgverzekeraars Nederland, Patiëntenfederatie Nederland, VZVZ en Nictiz met elkaar in het programma Met spoed beschikbaar. Bekijk de betrokken organisaties. Daarnaast zijn LNAZ (landelijk netwerk acute zorg), de ROAZ’en en RSO NL betrokken.

    Opdrachtgevers: het ministerie van VWS en Zorgverzekeraars Nederland

    Programmateam: professionals vanuit Nictiz, VZVZ en ICTU

    Projectgroep: tactisch overleg met de koepels en de stuurgroep

    Expertgroep: met vertegenwoordigers van de beroepsgroepen

    De regionale organisaties zoals ROAZ’en, RSO’s en Zorggroepen hebben twee soorten rollen:

    1. Overzicht en motiveren (voor meer koploperprojecten of stroom berichten brede uitrol in die regio). Hierin is de regionale organisatie een overlegpartner voor de regiostrategie rondom de implementatie Richtlijn van de richtlijn. De regionale organisatie heeft het overzicht, is een verbinder naar zorgaanbieders, signaleert knelpunten, en werkt samen met het programma Met spoed beschikbaar in het selecteren van zorgaanbieders t.b.v. koploperprojecten. Daarnaast borgt de regionale organisatie regionale werkafspraken en zorgprocessen.
    1. Implementatie. De regionale organisatie is hierin een (potentiële) regionale projectleider​ bij zowel koploperprojecten als bij reeds beproefde uitwisselingen waar zorgaanbieders in de regio mee aan de slag willen gaan.
    • Implementatie is een collectieve verantwoordelijkheid 

    Een goede samenwerking tussen de verschillende zorgaanbieders is nodig om de programmadoelen te bereiken. Betrokken partijen hebben zich bestuurlijk gecommitteerd aan het Kwaliteitskader Spoedzorgketen en bevestigen het belang van het realiseren (ontwerpen, bouwen, implementeren en gebruiken) van goede gegevensuitwisseling in de spoedzorgketen middels een gecoördineerde aanpak. Een goede governance over de sectoren heen is hierbij noodzakelijk. 

     

    • Zorg is leidend 

    We zoeken aansluiting bij het zorgproces. Om de baten te bereiken zijn passende functionaliteiten en praktische werkafspraken nodig over de verwerking van informatie in de keten voor de berichten uit de Richtlijn. 

     

    • Techniek is faciliterend 

    In samenwerking met de leveranciers van applicaties en infrastructuren en de zorgverleners worden ontwerpen uitgewerkt en worden aanpassingen in applicaties projectmatig doorgevoerd die voldoen aan de functionele wensen. 

     

    • Gebruik: stapsgewijs en pragmatisch 

    Nadat de uitwisseling beproefd is, zullen zorgaanbieders de oplossing stapsgewijs in gebruik nemen. Samenwerking met regio’s wordt gezocht voor projectmatige implementatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bestaande regionale samenwerkingsstructuren. 

     

    Met spoed beschikbaar richt zich op het ondersteunen van de zorgprocessen in de acute zorgketen met digitale gegevensuitwisselingHet gaat hierbij om gegevensuitwisselingen tussen huisarts, huisartsenpost, ambulancevoorziening en afdeling Spoedeisende hulp, zoals beschreven in de Richtlijn. Bekijk ook de Zorgverlener journeys die we hiervoor hebben ontwikkeld.

    Het programma ondersteunt zorgverleners van huisartsenpraktijken, huisartsenposten, ambulancevoorzieningen en afdelingen Spoedeisende hulp.

    Acute GGZ, Acute VVT en het beschikbaar hebben van medicatiegegevens bij de HAP, SEH, Ambulance of Meldkamer kan inderdaad ook heel belangrijk zijn bij de zorg voor patiënten met een acute zorgvraag. Voor Met spoed beschikbaar ligt de focus op de gegevens zoals die in de Richtlijn zijn opgenomen. 

    Een belangrijk uitgangspunt in de aanpak van het programma, is dat de zorg leidend is. We zoeken aansluiting bij het zorgproces. Een multidisciplinaire expertgroep en expertpanels met vertegenwoordigers van de beroepsverenigingen van zorgverleners bewaakt dit en voedt het programma met informatie en advies over spoedzorgprocessen en adviseren  bij vraagstukken die een specifiek zorgproces aangaan. 

    Het gaat om de gegevensuitwisselingen tussen huisarts, huisartsenpost, ambulancevoorziening en afdeling Spoedeisende hulp, zoals beschreven in de Richtlijn.

    Voor een belangrijk deel van het digitaal uitwisselen van medische patiëntgegevens is toestemming nodig van de patiënt. De eisen rondom toestemming voor digitale gegevensuitwisseling in de zorg zijn vastgelegd in verschillende wetten en richtlijnen, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en specifieke Nederlandse wetgeving, zoals de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz).

    Er wordt juridisch onderscheid gemaakt tussen een veronderstelde en een uitdrukkelijke toestemming:

    • Een veronderstelde toestemming houdt in dat de toestemming wordt aangenomen op basis van de context of omstandigheden, vaak als de patiënt in een bepaalde situatie geen bezwaar heeft gemaakt. In het geval van een verwijzing mag worden aangenomen dat een patiënt instemt met het delen van gegevens met andere zorgverleners die direct betrokken zijn bij de behandeling, tenzij de patiënt expliciet aangeeft dit niet te willen.
    • Een uitdrukkelijke toestemming vereist een expliciete, actieve toestemming van de patiënt. De patiënt moet bewust en duidelijk akkoord gaan met het delen van zijn of haar gegevens. Vanuit de Wabvpz wordt een uitdrukkelijke toestemming vereist wanneer een zorgaanbieder ‘ongericht’ gegevens beschikbaar stelt via een elektronisch uitwisselingssysteem. Wanneer een zorgverlener deze gegevens wil raadplegen, bijvoorbeeld omdat de patiënt op de spoedeisende hulp is beland, geldt dat dit alleen mag wanneer dit noodzakelijk is voor de behandeling van de patiënt en de patiënt uitdrukkelijk heeft ingestemd met het beschikbaarstellen van de gegevens.

    Om burgers in staat te stellen overzichtelijk regie te voeren op hun toestemmingskeuzes is de online toestemmingsvoorziening Mitz ontwikkeld. Via MijnMitz.nl kunnen burgers toestemmingskeuzes vastleggen voor het beschikbaar stellen van medische gegevens door zorgaanbieders. Mitz is een gezamenlijk initiatief van zorgaanbieders in Nederland en wordt ondersteund door het ministerie van VWS.

    Medische gegevens zijn bijzondere persoonsgegevens in de zin van de wet. In de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens staat uitgebreid beschreven waaraan moet worden voldaan door de zorgverleners.

    Zorgcoördinatie wordt breed geïmplementeerd voor de hele acute (niet-levensbedreigende) zorgketen. Het projectteam zorgcoördinatie van het ministerie van VWS is een werkgroep gestart om het delen van gegevens die noodzakelijk zijn voor zorgcoördinatie in goede banen te leiden. Deze werkgroep maakt inzichtelijk wat er kan en nodig is op het gebied van het delen van gegevens met de scope zorgcoördinatie. Hierin acteren zij informerend en agenderend richting regionale en landelijke partijen. Voor de implementatie van de uitwisseling van patiëntgegevens voor de sectoren HAP/MKA/Ambulancezorg/SEH/HA volgens de Richtlijn sluit zorgcoördinatie aan bij reeds lopende trajecten, zoals het programma Met spoed beschikbaar. De relevantie informatie over de verbinding tussen Zorgcoördinatie en het programma Met spoed beschikbaar is ook opgenomen in dit Handvattendocument ‘Digitale ondersteuning Zorgcoördinatie’. Voor de overige sectoren, zoals de acute VVT en acute ggz, gaat zorgcoördinatie inventariseren wat het startpunt is op het gebied van gegevensuitwisseling en welke stappen (op korte termijn) nog gezet moeten worden. Hier volgt op een later moment communicatie over vanuit het ministerie.

    Samenwerking

    Het programma Met spoed beschikbaar en het projectteam zorgcoördinatie onderstrepen allebei het belang van gegevensuitwisseling in de acute zorg en willen zorgprofessionals ondersteunen om dit mogelijk te maken. Een goede samenwerking tussen de trajecten is daarom essentieel. Concreet zijn hierover de volgende afspraken gemaakt:

    Vanaf september 2024 hebben de twee trajecten maandelijks een bijpraat-moment om ontwikkelingen met elkaar te bespreken.

    Bij de bijeenkomst van de werkgroepen Patiëntgegevens en Technische Infrastructuur van zorgcoördinatie op 10 september 2024 sloot een vertegenwoordiging van het programma Met spoed beschikbaar 2.0 aan. Afstemming vindt plaats over meer structurele betrokkenheid bij de werkgroepen.

    Communicatie naar het veld wordt onderling afgestemd en waar nodig in gezamenlijkheid opgepakt.

    Waar kan ik terecht voor ondersteuning?
    • Heeft u vragen over de implementatie of wilt u ondersteuning? Neem contact op met metspoedbeschikbaar@ictu.nl.
    • Met behulp van de koplopers en hun evaluaties heeft Met spoed beschikbaar een aantal producten ontwikkeld die u kunnen helpen als u zelf wilt starten met de implementatie van digitale gegevensuitwisseling. Deze zijn te vinden op de website https://metspoedbeschikbaar.nl/toolkit/.
    • Voor ondersteuning van implementatie van de informatiestandaard kunt u kijken op de website van Nictiz in het kennisplatform Amigo!. Hier vindt u kennis en ervaringen uit de zorg om zorgaanbieders te ondersteunen bij het implementatieproces van informatiestandaarden.
    • Om de stand van zaken van implementatie in uw regio te weten te komen: neem contact op met het ROAZ of de RSO in uw regio.
    • U wilt in de regio aan de slag met de implementatie: neem contact op met het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) of de Regionale Samenwerkingsorganisatie (RSO) in uw regio, met de leveranciers van uw eigen systeem en met uw ketenpartners.
    • Kwalificatie van uw systeem op het voldoen aan de richtlijn (relevant voor leveranciers): Nictiz
    • Een overzicht van gekwalificeerde systemen (relevant voor zorgaanbieders): Nictiz

    Voor alle andere vragen kunt u terecht bij: metspoedbeschikbaar@ictu.nl.

    Koploperprojecten

    De koploperprojecten zijn projecten waarin we nog niet eerder gerealiseerde digitale gegevensuitwisselingen uit de Richtlijn realiseren en toetsen om zorgverleners te ondersteunen in hun werk met een efficiënter en prettiger zorgproces. Dit ondersteunt hen in hun werk met het doel om de patiënt sneller de juiste zorg te verlenen. Een koploperproject bestaat altijd uit ketenpartners in de acute zorg en de bijhorende ICT-leveranciers en een regionale projectleider die vanuit één van de zorgorganisaties, uit een regionale samenwerkorganisatie (ROAZ of RSO) betrokken is of vanuit een andere hoek wordt aangehaakt.

    Voor een koploperproject geldt een financiële vergoeding voor:

    • een vergoeding voor de zorgaanbieder voor deelname als koploper;  
    • een vergoeding voor de ICT-leverancier voor deelname als koploper;  
    • een vergoeding voor de inzet van een regionale projectleider.  

    Daarnaast worden de koplopers begeleid en ondersteund vanuit het programma Met spoed beschikbaar.
    Meer informatie? Bekijk deze pagina of neem dan contact op met metspoedbeschikbaar@ictu.nl  

    Hier kunt u zien welke koploperprojecten er momenteel plaatsvinden met welke coalities van zorgaanbieders en softwareleveranciers.

    Om als koploper aan de slag te gaan, dient u onder meer aan de volgende voorwaarden te voldoen: 

    • U dient minimaal met twee zorgaanbieders in de acute zorgketen en twee ICT-leveranciers deel te nemen.
    • Er is bestuurlijk commitment voor deze implementatie bij alle betrokkenen.
    • Het laten slagen van de implementatie van het project heeft prioriteit bij alle betrokkenen.
    • Er is bij alle betrokkenen voldoende capaciteit ingepland om de implementatie te ondersteunen. 
    • De uitwisseling die u gezamenlijk op gaat zetten is nog niet eerder landelijk beproefd. 
    • Er is een regionaal projectleider aangetrokken voor de begeleiding.
    • De oplossing voor de gegevensuitwisseling is conform de Richtlijn en de Informatiestandaard Acute Zorg.
    • U heeft een actieve rol in het delen van kennis en ervaringen richting andere zorgaanbieders. Met spoed beschikbaar ondersteunt hierbij.

     

    Op het moment dat u met één of meer van uw regionale ketenpartners en uw ICT-leveranciers wilt meedoendient u als regionaal initiatief hier zelf een projectleider voor aan te wijzen. Voor deze rol ontvangt u vanuit het programma een financiële vergoeding. De verantwoordelijkheden van de regionale projectleider zijn het regelen en coördineren van alle activiteiten die plaatsvinden om tot digitale gegevensuitwisseling in de praktijk te komen. De regionale projectleider zorgt er onder meer voordat: 

    • de huidige en nieuwe werkprocessen in de keten in kaart worden gebrachtHieruit ontstaan de vervolgacties ter voorbereiding, zoals werkafspraken, functionele testen, communicatie, instructie en meer;
    • de betrokken zorgaanbieders en ICT-leveranciers afspraken maken over uitvoering van het project om te komen tot een goede digitale ondersteuning van het zorgproces.

    Een coördinator van Met spoed beschikbaar ondersteunt de regionale projectleider. 

    Voor aanmelding of meer informatiekunt u contact met ons opnemen.

    Het gaat in eerste instantie om gegevensuitwisselingen waaraan een vertegenwoordiging van zorgaanbieders de meeste behoefte heeft en welke voor ICT-leveranciers technisch te realiseren zijn op korte termijn. Er zijn nu twee soorten bericht uitwisselingen waar we vooral koplopers voor zoeken:

    • het betreft het opvragen van de spoedsamenvatting van de huisarts door de meldkamer, ambulance en SEH
    • de rapportages van de SEH naar de huisarts, van de ambulance naar de huisarts en van de meldkamer naar de huisarts.

    Verder werken we momenteel aan de prioritering van welke overige uitwisselingen we gaan beproeven. Deze prioritering komt tot stand in overleg met de expertgroep van het programma en de opstellers van de Richtlijn aan de hand van de volgende criteria:

    • Toegevoegde waarde van implementatie voor zorgverleners en zorgaanbieders moet aantoonbaar zijn (op basis van inschattingen expertgroep Met spoed beschikbaar en een maatschappelijke kosten baten analyse)​.
    • Netto maatschappelijke baten van een gegevensuitwisseling moeten (minimaal) neutraal zijn (binnen X aantal jaar)​.
    • Implementatie moet haalbaar (“realiseerbaar”) zijn voor zorgaanbieders. 

    JazekerEr zijn meer digitale gegevensuitwisselingen die we momenteel aan het onderzoeken zijn om als koploperproject aan te bieden. Dit zijn uitwisselingenwaarbij de techniek wat complexer ligt, er een afhankelijkheid is van patiënttoestemming of waarvan nog een nadere analyse van het zorgproces nodig is

    We werken momenteel aan de prioritering van welke overige uitwisselingen we gaan beproeven. Deze prioritering komt tot stand in overleg met de expertgroep van het programma en de opstellers van de Richtlijn aan de hand van de volgende criteria: 

    • Toegevoegde waarde van implementatie voor zorgverleners en zorgaanbieders moet aantoonbaar zijn (op basis van inschattingen expertgroep Met spoed beschikbaar en een maatschappelijke kosten baten analyse)​. 
    • Netto maatschappelijke baten van een gegevensuitwisseling moeten (minimaal) neutraal zijn (binnen X aantal jaar)​. 
    • Implementatie moet haalbaar (“realiseerbaar”) zijn voor zorgaanbieders. 

    Het project is geslaagd wanneer de uitwisseling van informatie het spoedzorgproces in de praktijk goed ondersteunt. 

    Wanneer de koploperprojecten positief zijn afgerond, dan worden de ervaringen met het gebruik van de informatie in de praktijk en de gebruikte systemen beschikbaar gesteld voor andere zorgaanbieders. De geleerde lessen en handvatten voor implementatie zullen worden aangereikt voor algemeen gebruik. 

    Er is een aantal zaken waaraan u kunt denken ter voorbereiding.  

    • Zoek de samenwerking met een ketenpartner met wie u samen aan de slag gaat. Bestuurlijk commitment is hierbij belangrijk! 
    • Bekijk de zorgprocessen die u nu in de acute zorgketen met de betrokken ketenpartner heeft. Hier ziet u in een voorbeeld met gegevensoverdracht van de ambulance naar de spoedeisende hulp, waar u aan kunt denken.
    • Stimuleer uw ICT-leveranciers om de benodigde functionaliteit in te bouwen. Uw klantvraag is belangrijk. 

    In de tool Amigo! van Nictiz die ondersteunt bij de implementatie van informatiestandaarden om tot digitale gegevensuitwisseling te komen, leest u meer over waar u aan moet denken als u aan de slag gaat met digitale informatie-uitwisseling in de acute zorgketen.

    Overigens geldt deze voorbereiding niet alleen voor de koplopers. U kunt deze acties ook al in gang zetten als u aan de slag wilt gaan met een reeds beproefde uitwisseling.

    Ja, de vergoeding voor de koploperprojecten is drieledig: 

    • een vergoeding voor de zorgaanbieder voor deelname als koploper;  
    • een vergoeding voor de ICT-leverancier voor deelname als koploper;  
    • een vergoeding voor de inzet van een regionale projectleider.  

    Op deze pagina vindt u meer informatie of neem contact met ons op via metspoedbeschikbaar@ictu.nl.

    Vragen over reeds beproefde uitwisselingen

    Hier vindt u welke uitwisselingen reeds beproefd zijn en waar u al mee aan de slag kunt. Dit overzicht wordt regelmatig bijgewerkt, wanneer nieuwe beproefde berichtuitwisselingen beschikbaar zijn voor andere zorgaanbieders om te implementeren.

    Op het moment dat u met één of meer van uw regionale ketenpartners en uw ICT-leveranciers wilt meedoendient u als regionaal initiatief hier zelf een projectleider voor aan te wijzen. Voor deze rol ontvangt u vanuit het programma een financiële vergoeding. De verantwoordelijkheden van de regionale projectleider zijn het regelen en coördineren van alle activiteiten die plaatsvinden om tot digitale gegevensuitwisseling in de praktijk te komen. De regionale projectleider zorgt er onder meer voordat: 

    • de huidige en nieuwe werkprocessen in de keten in kaart worden gebrachtHieruit ontstaan de vervolgacties ter voorbereiding, zoals werkafspraken, functionele testen, communicatie, instructie en meer;
    • de betrokken zorgaanbieders en ICT-leveranciers afspraken maken over uitvoering van het project om te komen tot een goede digitale ondersteuning van het zorgproces.

    Een coördinator van Met spoed beschikbaar ondersteunt de regionale projectleider. 

    Er is een aantal zaken waaraan u kunt denken ter voorbereiding.  

    • Zoek de samenwerking met een ketenpartner met wie u samen aan de slag gaat. Bestuurlijk commitment is hierbij belangrijk! 
    • Bekijk de zorgprocessen die u nu in de acute zorgketen met de betrokken ketenpartner heeft. Hier ziet u in een voorbeeld met gegevensoverdracht van de ambulance naar de spoedeisende hulp, waar u aan kunt denken.
    • Stimuleer uw ICT-leveranciers om de benodigde functionaliteit in te bouwen. Uw klantvraag is belangrijk. 

    In de tool Amigo! van Nictiz die ondersteunt bij de implementatie van informatiestandaarden om tot digitale gegevensuitwisseling te komen, leest u meer over waar u aan moet denken als u aan de slag gaat met digitale informatie-uitwisseling in de acute zorgketen.

    Overigens geldt deze voorbereiding niet alleen voor de koplopers. U kunt deze acties ook al in gang zetten als u aan de slag wilt gaan met een reeds beproefde uitwisseling.

    Ja, er is een een financiële vergoeding beschikbaar voor een regionale projectleider wanneer zorgaanbieders met elkaar aan de slag willen gaan met een reeds beproefde uitwisseling (reeds beproefd in een koploperproject). Een regionale projectleider kan iemand zijn vanuit één van de betrokken zorgaanbieders of vanuit een betrokken regionale samenwerkorganisatie. Voor meer informatie, neem contact op met metspoedbeschikbaar@ictu.nl.

    Specifieke vragen over berichten uit de Richtlijn

    Aan de basis van dit antwoord staan de Richtlijn Gegevensuitwisseling acute zorg en de Staatscourant.

    De Richtlijn geeft het volgende aan over de Spoedeisendehulpterugkoppelbericht naar de ambulance (ook wel feedbackbericht genoemd). De richtlijn geeft aan dat de terugkoppeling twee doelen heeft:

    1. De SEH levert de patiëntidentificatie, wanneer de ambulance zonder deze identificatie heeft gewerkt;
    2. De SEH levert de feedbackinformatie voor kwaliteitsbewaking. De gegevens voor kwaliteitsbewaking zijn de ‘conclusie’/  ‘diagnose’.

    Verder zijn ook de ‘ritgegevens’ en ‘opmerkingen naar aanleiding van de overdracht/behandeling door de ambulance’ in het bericht opgenomen. De ritgegevens zijn nodig, zodat de ambulancedienst de rit met de patiënt kan terug vinden. En de ‘opmerkingen naar aanleiding van de overdracht/behandeling door de ambulance’ gaan over de werkwijze en/of communicatie, maar niet over patiëntidentificatie of gegevens voor de kwaliteitsbewaking.

    In de Staatsourant is in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) aangegeven welke gegevens de ambulancedienst mag ontvangen voor de kwaliteitsbewaking. De staatcourant heeft het over doel 2 van de terugkoppeling uit de Richtlijn, maar niet over doel 1.

     

    Er zijn verschillende situaties mogelijk in de praktijk. Het informatiesysteem van de ambulancedienst moet in iedere situatie de informatie kunnen scheiden, zodat de juiste personen de gegevens krijgen die zij mogen inzien. In de staatcourant staat dit ook aangegeven met de tekst ‘De toegang tot de gegevens wordt geregeld via autorisaties en er worden audit trials gedaan en logbestanden bijgehouden.’

    Situatie 1 – Correct BSN ontvangen van ambulancedienst

    In de Spoedeisendehulpterugkoppeling (SEH → AMB) wordt het BSN niet meegestuurd. De gegevens die bedoeld zijn voor de kwaliteitsbewaking (diagnosegegevens) worden gestuurd. Dat is doel 2 van de terugkoppeling (Richtlijn) en hetgeen de Staatscourant beschrijft in de AMvB.

    De ontvangende ambulancedienst moet als volgt met dit bericht omgaan:

    • De gegevens over de diagnose mogen bij de ambulancedienst alleen maar worden gebruikt voor kwaliteitsbewaking. Dit betekent dat de software binnen de applicatie van de ambulancedienst ervoor moet zorgen dat de gegevens worden afgeleverd bij de functionarissen die daar overgaan (Staatscourant: de ambulancezorgprofessional en de medisch manager ambulancezorg).

     

    Situatie 2 – geen of incorrect BSN ontvangen van ambulancedienst;  geen diagnosegegevens

    In de Spoedeisendehulpterugkoppeling wordt het BSN meegestuurd, zodat de ambulancedienst met de administratieve afhandeling kan doen. Dat is doel 1 van het terugkoppelbericht (zie hierboven beschrijven bij de Richtlijn).

    De ontvangende ambulancedienst moet als volgt met dit bericht omgaan:

    • De persoonsidentificatie (BSN) mag bij de ambulancedienst alleen maar worden gebruikt voor de administratieve afhandeling. Dit betekent dat de software binnen de applicatie van de ambulancedienst ervoor moet zorgen dat de BSN wordt afgeleverd bij de functionarissen die daar overgaan (dat is de administratie).

     

    Situatie 3 – geen of incorrect BSN ontvangen van ambulancedienst en diagnosegegevens

    In de Spoedeisendehulpterugkoppeling (SEH → AMB) wordt het BSN meegestuurd, zodat de ambulancedienst met de administratieve afhandeling kan doen. Dat is doel 1 van de terugkoppeling (Richtlijn). En in de terugkoppeling worden de diagnosegegevens gestuurd. Dat is doel 2 van het terugkoppelbericht (zie hierboven beschrijven bij de Richtlijn).

    De ontvangende ambulancedienst moet als volgt met dit bericht omgaan:

    • De persoonsidentificatie (BSN) mag bij de ambulancedienst alleen maar worden gebruikt voor de administratieve afhandeling. Dit betekent dat de software binnen de applicatie van de ambulancedienst ervoor moet zorgen dat de BSN wordt afgeleverd bij de functionarissen die daar overgaan (dat is de administratie).
    • De gegevens over de diagnose mogen bij de ambulancedienst alleen maar worden gebruikt voor kwaliteitsbewaking. Dit betekent dat de software binnen de applicatie van de ambulancedienst ervoor moet zorgen dat de gegevens worden afgeleverd bij de functionarissen die daar overgaan (staatscourant: de ambulancezorgprofessional en de medisch manager ambulancezorg).

     

    Techniek gerelateerd

    De ziekenhuizen, RAV’s, huisartsenposten en huisartsen bepalen zelf welke technische oplossing zij willen gebruiken. Meestal bestaat die oplossing uit een applicatie (XIS) in combinatie met een infrastructuur (bijvoorbeeld LSDV en LSP)Vanuit het programma ondersteunen we met eisen, om de kwaliteit van de gegevensuitwisseling voldoende te waarborgen én om ervoor te zorgen dat over de keten heen gegevens kunnen worden uitgewisseld. Zo moet de oplossing aansluiten bij de zorgpraktijk en bij de Richtlijn, al in gebruik zijn, passen binnen de ambities voor de langere termijn en landelijk opschaalbaar zijn. De oplossing zal moeten voldoen aan de daarvoor opgestelde leidende principes en architectuuruitgangspunten.  

    Alle oplossingen die het programma ontwikkeld zullen dezelfde richting volgen als deze ontwikkelingen. Op dit moment wordt een vertaling gemaakt van de keuzes en concepten uit deze ontwikkelingen naar de architectuuruitgangspunten. We verwachten geen grote wijzigingen in de architectuur, maar zullen wel borgen dat we dezelfde kant op gaan.

    De informatiestandaard is ontwikkeld door en in beheer van Nictiz. Hier leest u er meer over en vindt u contactinformatie. 

    Alle vervolgversies en toevoegingen aan de informatiestandaarden Acute Zorg zullen in FHIR worden uitgewerkt. Op dit moment bestaat het grootste gedeelte van de informatiestandaarden Acute Zorg echter nog uit de uitwisselingsstandaard HL7v3. In de komende periode wordt bekeken wat wanneer met FHIR mogelijk is. De verwachting is echter dat voorlopig voor het merendeel van de implementaties alleen HL7v3 mogelijk zal zijn.

    Eerst dient uw applicatie te worden gekwalificeerd. Nictiz verzorgt de kwalificatieHier vindt u meer informatie en contactgegevens. Nadat uw applicatie door Nictiz is gekwalificeerd op het voldoen aan de informatiestandaard Acute zorg, moet deze door VZVZ worden geaccepteerd indien gekozen is voor het LSP als infrastructuur. In het proces van kwalificatie t/m acceptatie wordt u ondersteund, zodat dit soepel verloopt. Mocht u hier nog vragen over hebben, dan horen we dat graag!

     

    Op de website van VZVZ vindt u meer informatie over UZI-middelen en over het LSP en contactgegevens voor vragen en ondersteuning. 

    Wanneer u met de vernieuwde informatieoverdracht van ambulance naar spoedeisende hulp aan de slag wilt (bericht 8, 9 en 10 uit de Richtlijn), heeft u een LSDV 2.4.0 aansluiting nodig. In dit document leest u er meer over.

     

     

     

    Ga ook aan de slag met digitale gegevensuitwisseling!